All Posts in kunstprojecten

8 december 2022 - No Comments!

Ode aan Han Le Blanc

Han Le Blanc (1937 – 2002) was docent tekenen aan het Eijkhagencollege in Landgraaf. Ik kreeg les van hem in de jaren 1976 tot 1979. Hij gaf tekenen als examenvak en dat deed hij zeer boeiend en stimulerend. Als leerling heb ik hem nooit gezegd hoe geweldig ik hem vond; misschien vond ik het toen wel vanzelfsprekend. Ook daarna is het er niet meer van gekomen. Vandaag, 8 december, is het precies 20 jaar geleden dat hij is overleden. Daarom een postuum eerbetoon.

Han Le Blanc (links) en Rob Kooiman tijdens Video & Film manifestatie in Bonnefantenmuseum (1977)

Een gekoesterd relikwie is de foto waar wij samen op staan. Deze is genomen in 1977 tijdens de ‘Video & Film Manifestatie Kijken en Doen’ in het Maastrichtse Bonnefantenmuseum, toen nog gehuisvest in het oude Bonnefantenklooster. Samen met ‘meneer’ Le Blanc en deskundigen in het museum maakten we als klas een videoband met grote videocamera’s. Natuurlijk eerst kennismaken met de mogelijkheden, een draaiboek verzinnen, opnames maken en daarna de film bespreken. Op mij maakte het allemaal veel indruk. Het is ook een mooi voorbeeld van hoe Han Le Blanc serieus en bevlogen les gaf. Hij ging met ons op pad, liet ons ontdekken, kijken en doen.

Het schooljaar daarna nam Han Le Blanc ons mee naar het Centraal Museum in Utrecht, waar de tentoonstelling ‘Wat is werkelijkheid?’ te zien was, en wat later dat schooljaar naar het Stedelijk Museum in Amsterdam, naar de tentoonstelling ‘Op het tweede gezicht’. Het waren educatieve tentoonstellingen, die in jaren 1970 in veel musea te zien waren. Voor mij betekende een kunstwerk van Carl Andre een openbaring: over zijn kunstwerk van 10 bij 10 loden tegels mocht je namelijk gewoon lopen! Je probeerde het kunstwerk te voelen met je voeten. Die sensatie heeft mijn kunstbegrip toen enorm verruimd.

Carl Andre, 10 x 10 Altstadt square lead, 1967 -1976 (collectie Stedelijk Museum Amsterdam)

Bij ‘tekenen’ als examenvak hoorden tekenen, schilderen, collages, druktechnieken etc., maar ook kunstgeschiedenis, kunstbeschouwing en over je eigen werk kunnen vertellen. Han Le Blanc heeft dit examenvak mede vormgegeven, zo ontdekte ik, landelijk en zelfs internationaal. Samen met collega's ontwierp hij de examens tekenen en kunstbeschouwing en in 1991 schreef hij mee aan een handleiding voor de eindexamens VWO in de beeldende vakken. Eind jaren 1980 volgde zelfs een promovendus van een universiteit in Utah (VS) een jaar lang lessen bij Le Blanc, en enkele jaren later bezocht een hele groep studenten van deze universiteit het Eijkhagencollege, ter voorbereiding op de introductie in de VS van 'kunst' als examenvak. .

Eigen herinneringen zijn een bezoek met Han Le Blanc aan een tentoonstelling van beeldhouwer Frans Gast in het Heerlense raadhuis, en dat we bij iemand thuis een schilderij van Aad de Haas bekeken, dat we architect Piet Mertens interviewden over de kerk in Schaesberg, dat we tekenden in de Botanische tuin van Terwinselen, dat we de symboliek in het beroemde ‘Arnolfini-schilderij’ van Jan van Eyck onderzochten, dat we de treinkaping bij de Punt gingen verbeelden. Hij wist ons steeds te interesseren en te inspireren. Beste meneer Le Blanc, hartelijk dank voor uw geweldige lessen!

23 juni 2020 - No Comments!

Audiotour: “Hier ligt een Stolperstein voor …:

Na een audiotour ‘Stolpersteine Valkenburg’ is er nu dus ‘Stolpersteine Sittard’ en ‘Stolpersteine Geleen’. En binnenkort ‘Stolpersteine Limbricht, Grevenbicht, Obbicht en Einighausen’. Mijn bijdrage bestaat uit het bewerken van de verhalen achter de Stolpersteine tot een luisterversie die ter plaatse verteld kan worden. De verhalen zelf zijn achterhaald door lokale groepen van historici, archivarissen en vrijwilligers.

Het gaat dus om geschiedenis. Tegelijkertijd weet ik dat het leggen van Stolpersteine begonnen is als een kunstproject van Gunther Demnig (Berlijn 1947). Mijn werk is gekoppeld aan de Stolpersteine en dus ook aan dit kunstproject. Voor Gunther Demnig is het Stolpersteineproject een ‘sociale sculptuur’, op de manier waarop Joseph Beuys dat bedoelde. Zelf kan ik mijn werk ook in deze lijn zien.

De ‘sociale sculptuur’ werd door Joseph Beuys (Krefeld 1921 - Dusseldorf 1986) bedacht als een kunstwerk waarbij door deelname van veel mensen de maatschappij veranderd zou worden. Hij vond bovendien dat alle uitingen en alle werkzaamheden van de mens als kunst gezien moesten worden en dat in die zin iedereen een artistiek bestaan moest leiden: "Jeder Mensch ist ein Künstler".

In het verlengde daarvan zou ook de maatschappij een kunstwerk moeten zijn, een compositie van creatieve potentie van mensen. In de praktijk leidde dit tot het organiseren door Beuys van discussies in kunstmusea en kunstacademies en tijdens tentoonstellingen over politieke en maatschappelijke onderwerpen. Zo ging hij tijdens Documenta 5 in 1972 honderd dagen in gesprek met mensen over democratie.

Een ander voorbeeld is het plan van Beuys (Documenta 1982-1987) om in Kassel 7000 bomen te planten. Wie wilde kon voor 500 euro een boom met daarbij een basaltzuil kopen. Dit project is na de periode van vijf jaren doorgegaan en is een eigen leven gaan leiden. De bomen zijn gebleven, worden verzorgd en maken deel uit van het leven in de stad. In de geest van dit project zijn ook bomen geplant in Oslo, New York en Sydney.

Gunther Demnig is van een generatie later. Net als Joseph Beuys zoekt hij de openbare ruimte op als werkterrein. Vroege werken bestaan uit lange wandelingen, bijvoorbeeld van Kassel naar London of van Kassel naar Venetië, waarbij hij een spoor achterlaat van bijvoorbeeld bloed, geur of draad. Deze werken vergaan daarna of worden verwijderd door mensen.

In 1990 bracht Gunther Demnig in het kader van de herdenking dat in mei 1940 de eerste deportatie van 1000 Roma en Sinti door het naziregime uit Keulen plaatsvond, een verfspoor aan vanwaar deze mensen uit hun huizen werden weggevoerd naar het deportatieperron. Dit verfspoor van ongeveer 12 kilometer verweerde na verloop van tijd, maar in 1993 werd besloten het te conserveren. Op 22 plaatsen werd het spoor door Gunther Demnig met messing letters ingelegd in het trottoir, gefinancierd met vrijwillige bijdragen. Een discussie met een vrouw die de aanwezigheid van de Roma en Sinti in haar woonomgeving betwijfelde zette de kunstenaar aan zijn herinneringsproject verder uit te werken.

De eerste Stolperstein werd door Gunther Demnig gelegd in 1992, precies 50 jaar na het bevel van Himmler tot deportatie van Roma en Sinti naar Auschwitz. De steen ligt voor het raadhuis van Keulen en vermeld de datum van het bevel en de eerste regels ervan. In 1994 exposeerde Gunther Demnig 230 Stolpersteine voor Roma, Sinti, Joden en andere slachtoffers van het naziregime in een kerk in Keulen. Er was nog geen toestemming om ze in de stad te leggen. Pas in 2000 omarmde de stad Keulen het project en kwam de weg vrij voor het leggen van meer stenen. Vele andere plaatsen in Duitsland volgden en ook andere Europese landen gingen zich inzetten voor het leggen van Stolpersteine in de eigen omgeving.

Het Stolpersteineproject van Gunther Demnig is een ultieme vorm van de ‘sociale sculptuur’ door de participatie van duizenden mensen en door het eigen leven dat het project is gaan leiden en een deel is geworden van het leven van mensen. Daarmee is ook de herinnering aan het leven van deze Joden, Sinti en Roma weer een deel van ons leven geworden.

22 november 2015 - No Comments!

Mijnmuseum Heerlen

Binnenkort wordt duidelijk of het uitbreidingsplan van het Mijnmuseum in Heerlen gefinancierd kan worden. Moet Heerlen een boeiend en eigentijds Mijnmuseum hebben? Zonder twijfel! Heerlen is het centrum van de moderne mijnindustrie geweest. Een industrie die de regio, maar zeker Heerlen bepaald heeft. Je kunt Heerlen niet begrijpen zonder de mijnindustrie en wat die met zich meebracht te kennen.

In enkele decennia is Heerlen van een dorp uitgegroeid tot een stad en de regio tot een verstedelijkt gebied. Mijnterreinen, woonwijken, winkelcentra, spoorlijnen, parken en tuinen, scholen ... ze zijn allemaal te herleiden tot de mijnen. De mensen, de diversiteit in herkomst, de mentaliteit, de politiek, de cultuur ... allemaal sterk beinvloed door de mijnen.

De mijnen leverden naast steenkool ook een schat aan geologische kennis op. De bouwplaatsen van de groeiende stad leverden veel Romeinse vondsten op. De innoverende en mechaniserende industrie weerspiegelde zich in de moderne architectuur en eigentijdse kunstexposities. Het culturele en stedelijke elan van nu vindt zijn oorsprong in dit industriele verleden.

Het beginpunt van die Heerlense revolutie, de eerste schacht van de eerste mijn in Heerlen en de verhalen die vanaf dat punt en vanaf die tijd verteld kunnen worden zijn ankers voor de identiteit van de Heerlenaren en voor iedereen die ermee te maken heeft.

220px-Heerlen_-_Schachtgebouw_ON-I

8 november 2015 - No Comments!

Bermen met bomen

Op de middenberm van de A58 staat bij Ulvenhout een eik. Deze stond voorheen op het landgoed Anneville en kon bij de aanleg van de snelweg in 1989 blijven staan. De eik is een herkenbaar 'monument' geworden. De A58 moet echter verbreed worden en de vraag wordt gesteld wat te doen met de eik. Omwonenden konden in een e-participatieproject reageren. Blom & Moors bracht de voorstellen in beeld (http://blom-moors.nl/pdfs/79_1509_Ulvenhout_leporello_web_01.pdf)

Anneville_boom

In de bermen van Autobahn 4 bij Buir, geopend in 2014, is een zogenaamde 'Allee Baum des Jahres' aangelegd. Deze bestaat over 18 kilometer uit groepen van verschillende soorten bomen, aangeduid met een bord waarop de boomsoort en een jaartal vermeld worden. Vanaf 1989 is door de de gelijknamige organisatie een 'Baum des Jahres', dat wil zeggen een boomsoort, gekozen. In de bermen van de snelweg worden alle boomsoorten die tussen 1989 en 2014 gekozen zijn groepsgewijs gepresenteerd.

Alle_Baum_des_Jahres